Veelgestelde vragen

Bij een overlijden komen er heel wat vragen naar boven. Daarom stelt Uitvaartcentrum Convents een brochure ter beschikking met daarin heel wat praktische informatie over de administratieve gevolgen wanneer iemand overlijdt. We hebben hier een aantal vragen en antwoorden online beschikbaar gesteld.

Mochten er tijdens de uitvaartregeling vragen zijn, dan staan we uiteraard ter beschikking om u de nodige informatie te bezorgen.

Ja, er is geen enkele beperking. De familie duidt zelf een uitvaartverzorger aan waarvan zij vindt dat die het best hun wensen kan vervullen.

Elke gemeente hanteert andere regels. Zo kan het zijn dat iets in gemeente A niet is toegestaan, terwijl het in gemeente B wel kan.

Meestal moet dit worden geregeld bij de echtgeno(o)t(e) die als eerste overlijdt.

 

In Beringen geldt een grafrust van 15 jaar. Indien er een concessie wordt genomen, wordt deze grafrust verlengd tot 30 jaar en is het toegestaan om later iemand in hetzelfde graf bij te zetten.

Nabestaanden hebben volgens hun graad van verwantschap wellicht recht op één of meerdere dagen verlof: klein verlet.

Hiertoe moeten zij hun werkgever een rouwbericht of beter nog een uittreksel van de overlijdensakte kunnen voorleggen.

  • Voor een partner of een kind: 10 dagen. De eerste 3 dagen zijn op te nemen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. De overige 7 dagen mag je vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden.

 

  • Voor (schoon)ouders: 3 dagen tussen overlijden en begrafenis

 

  • Van een (schoon)broer, (schoon)zus, schoonzoon of schoondochter (over) grootvader, (over)grootmoeder, (achter)kleinkind
    • Als de overleden persoon bij je inwoont:  2 dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.
    • Als de overleden persoon niet bij je inwoont:  de dag van de begrafenis.

 

  • Ambtenaren hebben in regel recht op 1 dag méér

Vanaf 1 juli 2004 is het toegestaan om de as of een gedeelte van de as van familieleden in de eerste graad mee naar huis te nemen. Dit betreft de as van uw kinderen, ouders, echtgeno(o)t(e), degene met wie de overleden een feitelijk gezin vormde, adoptieve kinderen en adoptieouders van de overledene. Om dit te regelen, dient u een modelverklaring in te vullen. 

Wanneer u als langstlevende de contracten van de overledene verder wil zetten, neemt u best contact op met uw verzekeringsagent.

De polis van de brandverzekering moet je binnen de 3 maanden overdragen aan de nieuwe eigenaar. Bij een familiale verzekering wordt de premie voor een alleenstaande goedkoper.

Indien de overledene een levensverzekering, schuldsaldoverzekering, groepsverzekering of pensioensparen had, moet u zo vlug mogelijk de betrokken maatschappijen of kredietinstellingen contacteren.

Volgende documenten moet je voorleggen:

  • een uittreksel uit de overlijdensakte;
  • een medisch attest dat de doodsoorzaak vermeldt;
  • de verzekeringspolis;
  • een kwijtschrift van de laatste premiebetaling.

Het klopt dat vroeger ziekenfondsen in België een bepaalde vergoeding uitkeerden om bij te dragen aan de begrafeniskosten. Dit was inderdaad een vorm van financiële ondersteuning die varieerde afhankelijk van het ziekenfonds en de specifieke voorwaarden die van toepassing waren. Het bedrag was meestal beperkt, maximum 150 euro, en het doel was om de nabestaanden te helpen met de kosten van een begrafenis. Deze vergoeding werd echter afgeschaft tijdens een periode van besparingen door de overheid, in de nasleep van de bankencrisis.

Tijdens je leven kan je ‘een eigen schriftelijke laatste wilsbeschikking’ opmaken, zijnde begrafenis of crematie, met wijze van asbestemming en ook je wensen tot de uitvaartplechtigheid:

  • voorafregeling bij de begrafenisondernemer ( contractueel vastgelegd)
  • op de dienst burgerlijke stand van je woonplaats
  • via een testament (notaris)

Wens je hierop aansluitend tevens het financiële aspect te regelen, dan sluit je best een uitvaartverzekering af.

Andere schikkingen die je kan treffen:

  • euthanasie ( sinds september 2002 via de wet geregeld)
  • orgaantransplantatie ( bezwaar of geen bezwaar)
  • afstand van je lichaam aan de wetenschap ( afdeling anatomie universiteit)

Het overlevingspensioen in de private sector en de regeling voor zelfstandigen

Als overlevende echtgeno(o)t(e) van een werknemer uit de privésector of van een zelfstandige hebt u mogelijks recht op een overlevingspensioen, gebaseerd op de loopbaan van uw overleden echtgeno(o)t(e).

Om hierop aanspraak te kunnen maken, moet men op het ogenblik van het overlijden minstens 1 jaar met de overledene gehuwd zijn geweest, behalve wanneer:

uit het huwelijk een kind is geboren of nog geboren zal worden binnen de 300 dagen na het overlijden;
op het ogenblik van het overlijden een kind ten laste was waarvoor kinderbijslag ontvangen werd door één van de echtgenoten;
het overlijden het gevolg was van een ongeval overkomen na het huwelijk.

De overlevende echtgeno(o)t(e) moet ook minstens 45 jaar oud zijn, behalve:

wanneer er een kind ten laste is;
wanneer de overlevende echtgeno(o)t(e) minstens 66% arbeidsongeschikt is.

De aanvraag voor het overlevingspensioen (privésector + zelfstandigen)

De overledene was reeds met pensioen

Indien de overleden echtgeno(o)t(e) reeds gepensioneerd was, moet er geen aanvraag gebeuren om het overlevingspensioen te verkrijgen.
Het volstaat de uitbetalende instantie (RVP, Zuidertoren 5, 1060 Brussel) te verwittigen van het overlijden opdat zij ambtshalve het overlevingspensioen zouden toekennen.
Voor vragen of informatie hieromtrent kunt u steeds terecht bij de CEL TAS, sociaal huis.
Breng steeds een bewijs van betaling van het pensioen mee (bvb. bankuittreksel waarop de uitbetalende instellling en het dossiernummer staan vermeld).
De afhandeling van het dossier kan in dit geval toch zo’n 2 maanden duren.
Indien het pensioen van de maand van het overlijden nog niet was uitbetaald, kan dit enkel nog aan de de overblijvende echtgeno(o)t(e) en niet aan de eventuele erfgenamen.

De overledene was nog niet met pensioen

Was de overleden echtgeno(o)t(e) nog niet gepensioneerd, dan moet binnen een termijn van 12 maanden na het overlijden een aanvraag worden ingediend zodat het overlevingspensioen zou kunnen worden uitbetaald met ingang van de maand van het overlijden.

Doet u de aanvraag niet binnen deze termijn, dan zal het overlevingspensioen pas ingaan vanaf de maand volgend op uw aanvraag.

Bent u echtgescheiden van de overledene, dan hebt u geen recht op een overlevingspensioen. Dit in tegenstelling met de regeling in de openbare dienst.
De aanvraag voor het overlevingspensioen kan worden ingediend bij de CEL TAS, sociaal huis.

Het overlevingspensioen in de openbare sector

De overledene was reeds met pensioen

Indien de overledene reeds gepensioneerd was in de openbare sector, dan volstaat het de uitbetalende instelling (FOD Financiën – CDVU – Kunstlaan 30 – 1040 Brussel) te verwittigen van het overlijden.
De documenten om het overlevingspensioen en de begrafenisvergoeding aan te vragen, worden u dan ambtshalve toegestuurd.
Uiteraard kan u zowel voor het verwittigen van het overlijden (bankuittreksel laatste pensioen meebrengen) als voor bijstand bij het invullen van de toegstuurde formulieren, terecht bij de CEL TAS, sociaal huis.

De overledene was nog niet met pensioen

Indien de overledene op het ogenblik van het overlijden nog tewerkgesteld was als vastbenoemd ambtenaar in de openbare sector, dan moet u binnen de 12 maanden na het overlijden een aanvraag indienen zodat het pensioen zou kunnen ingaan volgend op de maand van het overlijden.
Doet u de aanvraag niet binnen deze termijn, dan gaat het pensioen pas in vanaf de maand volgend op de aanvraag. De aanvraag voor het overlevingspensioen kan ingediend worden bij het plaatselijk bestuur waar de overlevende was tewerkgesteld.
U kan ook een (aangetekend) schrijven richten aan de Federale Overheidsdienst Financiën (Administratie der Pensioenen, Victor Hortaplein 40/Bus 30, 1060 Brussel) met de vraag de aanvraagformulieren voor het overlevingspensioen en de begrafenisvergoeding toe te sturen.

De voorwaarden inzake huwelijk en leeftijd zijn dezelfde als in de private sector.
Bent u echtgescheiden van de overledene, dan hebt u wel recht op een overlevingspensioen tenzij u ondertussen hertrouwd bent. Dit in tegenstelling met de regling in de private sector.

Begrafenisvergoeding in de openbare sector.

Aan de echtgeno(o)t(e), de erfgenamen in rechte lijn, de andere familieleden of zelfs aan een derde die de onkosten van de begrafenis van een rechthebbende op een rustpensioen (dus NIET voor wie een overlevingspensioen geniet en komt te overlijden) gedragen heeft, kan een vergoeding uitbetaald worden waarvan het bedrag gelijk is aan het laatste of toekomstige bruto maandbedrag van het pensioen, maar beperkt tot 2.193,74€ op 01/01/2008.

Een begrafenisvergoeding voor wie een pensioen als werknemer (privé) of zelfstandige trekt, bestaat niet!

Overlevingspensioen van het buitenland

Genoot uw overleden echtgeno(o)t(e) een pensioen uitbetaald door een ander land dan België, verwittig dan onmiddellijk de uitbetalende instelling en voeg een internationale overlijdensakte bij (te verkrijgen bij de dienst Burgelijke Stand in het gemeentehuis).
U kan voor deze zaken eveneens terecht bij de CEL TAS, sociaal huis.

Andere pensioenen (bvb. NMBS, dienst overzeese sociale zekerheid, …)

Genoot uw overleden echtgeno(o)t(e) nog een ander pensioen dan het pensioen uitbetaald door de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) of FOD Financiën (CDVU), verwittig dan onmiddellijk de uitbetalende instantie of breng een bewijs van dit pensioen mee naar de CEL TAS, sociaal huis. Zij doen hiervoor het nodige.

Het tijdelijke overlevingspensioen

Als u niet aan de voorwaarden voldoet om een definitief overlevingspensioen te kunnen genieten, heeft u toch gedurende 1 jaar recht op een tijdelijk overlevingspensioen.

Na dit jaar krijgt u dan geen enkele pensioenbetaling meer tot u 45 jaar bent.
Dit geldt zowel voor de private als de openbare sector!

Een (tijdelijk) overlevingspensioen private en/of openbare sector samen genieten met een ander soort inkomen:

sedert januari 2007 en onder bepaalde voorwaarden kan een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van 12 maanden samengetrokken worden met een ziekte- of werkloosheidsvergoeding. Het bedrag van het overlevingspensioen wordt wel herleid tot het bedrag van de inkomensgarantie voor ouderen;
een eigen pensioen (= rustpensioen) kan slechts tot een bepaald plafond worden samengetrokken met een overlevingspensioen. Is uw eigen pensioen reeds hoger dan het berekende plafond, dan zal u geen overlevingspensioen meer worden toegekend;
een beroepsactiviteit als werknemer of zelfstandige uitoefenen met behoud van het overlevingspensioen kan indien de inkomsten uit deze activiteit worden beperkt tot de vastgelegde grensbedragen.

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

Als de overledene een tegemoetkoming hulp aan bejaarden, een inkomensvervangende of integratietegemoetkoming genoot, moet de FOD Sociale Zekerheid, Dienst tegemoetkomingen aan personen met een handicap, Zwarte Lievevrouwstraat 3C, 1000 Brussel ook verwittigd worden.
Ook hiervoor kan u terecht bij de CEL TAS, sociaal huis.

Als de overledene een vervangingsinkomen genoot, moet ook deze dienst verwittigd worden:

Werkloosheidsuitkering: HVW of vakbond
Bestaansminimum: OCMW
Vergoeding wegens beroepsziekte
Arbeidsongevallenuitkering

U wenst de nummerplaat te houden

De nummerplaat kan gratis overgedragen worden op de naam van de partner, de wettelijke samenwonende of de kinderen van de overledene (om de auto van de overledene of een andere auto te registreren)

 

Om dit te doen moet u een formulier invullen i.v.m. de aanvraag van een nummerplaat. Dit verplichte formulier moet vergezeld gaan van een verzekeringssticker, een kopie van de overlijdensakte en een kopie van de verklaring van erfrecht.

Deze overdracht moet binnen 4 maanden na het overlijden gebeuren. Zoniet riskeert u dat het voertuig herkeurd dient te worden.

 

Het is niet mogelijk om deze overschrijving online via WebDIV te doen. U moet zich dus naar het D.I.V. .-kantoor begeven en vooraf een afspraak maken (02 / 277. 30. 50). U moet ook contact opnemen met de verzekeringsmaatschappij om deze wijzigingen door te geven.

 

Als u de nummerplaat wilt terugsturen

Wanneer u niet wenst de nummerplaat van de overledene over te nemen, zal u deze moeten terug sturen naar de D.I.V.

Om een nummerplaat terug te sturen, moet u naar het postkantoor gaan met de officiële “achterste” nummerplaat. De schrapping is onmiddellijk en kosteloos. U ontvangt van Bpost een bericht met de bevestiging van de opzegging en vervolgens een brief met een bevestiging van de uitschrijving.

 

Wanneer de nummerplaat is teruggestuurd, zal u de verzekering van uw auto kunnen opzeggen.

De verkeersbelasting en verzekeringspremies worden pro rata terugbetaald voor de resterende maanden vanaf de datum van overlijden tot het einde van de periode die door de belasting of verzekering wordt gedekt. Pas op, vergeet niet dat onverzekerde voertuigen niet op de openbare weg mogen.

 

Parkeerkaart

Als de overledene een parkeerkaart had voor mensen met een handicap, moet u deze inleveren bij de sociale dienst.

– Post laten doorsturen bij overlijden ( zie aanvraagformulier)

– Als iemand overlijdt, kan u dit met een huis-aan-huiszending bekend maken aan de inwoners van een wijk, stad of regio. Rouwpost wordt binnen de 2 werkdagen na afgifte uitgereikt in elke brievenbus in het door u gekozen gebied. (zie rouwpost – bpost.be)

Huurovereenkomst afgesloten vóór 1 januari 2019
Volgens art. 1742 van het Burgerlijk Wetboek wordt het huurcontract niet ontbonden door de dood van de verhuurder, noch door de dood van de huurder. Het overlijden van de huurder zal dus geen invloed hebben op het (voort)bestaan van de huurovereenkomst.

Huurovereenkomst afgesloten vanaf 1 januari 2019
Ook in dat geval, wordt in de richting van de erfgenamen van de huurder gekeken, al voorziet het Vlaams Woninghuurdecreet – dat van toepassing is op alle woninghuurovereenkomsten die in Vlaanderen worden ondertekend vanaf 01.01.2019 – voor deze speciale en moeilijke situatie een aangepaste regeling indien de laatste huurder die in de huurovereenkomst was opgenomen, sterft.

 

Wat indien de erfgenamen geen contact meer opnemen of de nalatenschap verwerpen?

Indien er geen erfgenamen bekend zijn of de bekende erfgenamen de nalatenschap hebben verworpen, wordt de nalatenschap als onbeheerd beschouwd.

Ook de assen van je geliefde huisdier mag samen met jou ten ruste worden gelegd.

Een persoonlijk afscheid heeft een enorme impact bij het verwerken van verlies. Onze consulenten maken graag tijd om eerst te luisteren naar uw verhaal. We overlopen samen alle details, stap voor stap. We zullen samen alle keuzes zorgvuldig overlopen, zodat uw geliefde een uitvaart verkrijgt, even uniek als hij of zij was. 


U kan op ons rekenen voor het regelen van alle praktische zaken, zodat u zich kan focussen op het verwerken van uw immens verlies.